Immaterieel erfgoed

Unesco schreef in 2021 twee vormen van immaterieel erfgoed in Nederland in op de Internationale Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid: de corsocultuur en de valkerij. Daarmee staan er drie Nederlandse items op deze Unesco-lijst. Eerder viel die eer toe aan het ambacht van de molenaar.

De corsocultuur van het bouwen van de corsowagens tot en met de optocht, is een sociaal en creatief proces waar mensen uit een gemeenschap gedurende een groot deel van het jaar mee bezig zijn. Kinderen en jongeren worden intensief bij het corso betrokken, en de cultuur wordt overgedragen van generatie op generatie. Daarmee leveren de corso’s een grote bijdrage aan de sociale cohesie van hun gemeenschap.

Al in de tijd van Karel de Grote (rond 800), die op het Valkhof in Nijmegen kwam, werd de valkerij op het grondgebied van het huidige Nederland bedreven. In Nederland zijn ongeveer 200 valkeniers actief, verenigd in diverse regionale verenigingen. De inschrijving van de Nederlandse valkerij sluit aan bij de eerdere inschrijving ‘Valkerij, een levend menselijk erfgoed’ die in 2010 werd toegevoegd aan de Representatieve Lijst. Bij dit multinationale dossier zijn inmiddels tientallen landen aangesloten. 

De toetsingscommissie van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) plaatste een aantal nieuwe erfgoed-items op de Nederlandse inventaris, waarvan de ‘cultuur van thuis bevallen’ de meeste reacties opleverde. 

De Unesco Commissie hoste een Engelstalige lancering van leermaterialen die ontwikkeld werden naar aanleiding van het Unesco-EU project over de inzet van immaterieel erfgoed in reguliere schoolvakken, zodat deze vakken dichterbij de belevingswereld van leerlingen gebracht kunnen worden. Een jaar eerder had de Commissie hier al een workshop over georganiseerd met deelnemers uit heel Europa. Later in het jaar organiseerde de Commissie nog een Unesco-café voor scholen om dit onderwerp voor het voetlicht te brengen. De Commissie ging in gesprek met de Reinwardt Academie over het zichtbaar maken van moderne vormen van immaterieel erfgoed zoals straatvoetbal en hiphop. Deze vormen leven onder jongeren, maar er is geen vastomlijnde gemeenschap die deze vormen op de inventaris zou kunnen laten plaatsen.

Nederland heeft het nominatiedossier voor het Zomercarnaval in Rotterdam ingediend bij Unesco. Het Comité Immaterieel Erfgoed zal zich daar eind 2022 over buigen. 

In 2021 moest Nederland rapporteren aan Unesco over de Conventie Immaterieel Erfgoed. De Unesco Commissie maakte deel uit van het team dat de rapportage verzorgde. Sinds de ratificatie van het verdrag in 2012 was dit de eerste keer dat er gerapporteerd werd. In samenwerking met de Caribische delen van het koninkrijk organiseerde de Commissie een aantal dialoogsessies om een beeld te krijgen van de implementatie van het verdrag. De sessie waren gekoppeld aan thema’s als diversiteit, beleid of onderwijs. 

Loading...