Vanwege de coronapandemie ging de 44ste vergadering van Unesco’s Werelderfgoedcomité niet door. Deze stond gepland voor juni in de Chinese stad Fuhzou. Alle punten op de agenda werden doorgeschoven naar de jaarvergadering van 2021.

Die vergadering zal voor Nederland spannend worden, omdat het comité drie nominaties beoordeelt met een Nederlandse signatuur. Het gaat hierbij om de behandeling van de dossiers van de uitbreiding van de Stelling van Amsterdam met de nieuwe Hollandse Waterlinie (nominatie vanuit 2020), van de voormalige noordgrens van het Romeinse rijk, de Neder-Germaanse limes (samen met Duitsland, uit 2021). Het derde dossier is dat van de Koloniën van Weldadigheid, dat in 2020 door België – mede namens Nederland –, opnieuw is ingediend.

Levensvatbaarheid

De pandemie zette de levensvatbaarheid van meerdere werelderfgoedsites onder druk. Niet alleen vielen belangrijke inkomsten weg vanwege de verplichte sluiting tijdens de lockdowns, ook konden de sites bijna geen gebruik meer maken van vrijwilligers, waarvan velen vallen in de risicogroepen.

Samen met de Stichting Werelderfgoed Nederland ontwikkelde de Unesco Commissie een podcastserie over werelderfgoed. In drie afleveringen werden op een laagdrempelige manier vragen behandeld als: ‘wat is werelderfgoed’, ‘hoe word je werelderfgoed’ en ‘hoe behoud je werelderfgoed’. Diverse medewerkers van werelderfgoedsites deelden hun expertise. 

Capaciteitsopbouw

Met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Stichting Werelderfgoed Nederland organiseerde de Commissie een derde sessie van het capaciteitsopbouwprogramma over Werelderfgoed. De bijeenkomst, die fysiek kon plaatsvinden op Schokland, stond in het teken van lokaal draagvlak. Aan de bijeenkomst namen 25 site managers en beleidsmedewerkers deel. 

De Commissie gaf inbreng aan het wetenschappelijke adviescollege dat, in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de effectiviteit van het ‘hand-aan-de-kraan-principe' over de gaswinning in Werelderfgoed de Waddenzee evalueert. De eindversie van het rapport zal in 2021 aan de Tweede Kamer worden aangeboden.