5. Geef een helder signaal over de rol van wetenschap in de samenleving
Academische vrijheid en de veiligheid van wetenschappers staan niet los van bredere maatschappelijke ontwikkelingen. De afgelopen jaren is er een groeiende politisering van wetenschappelijke kwesties, waarbij bepaalde onderzoeksgebieden worden geframed als ‘activistisch’ of ‘woke’. Het maatschappelijk vertrouwen in de wetenschap is in Nederland redelijk groot,31 maar dit soort framing ondermijnt wel het vertrouwen in de wetenschap en maakt vooral individuele wetenschappers kwetsbaar voor intimidatie.
De minister moet hierin een heldere positie innemen en zich verzetten tegen uitingen van ‘wetenschapsweerstand’. Deze maken het werk van universiteiten, onderzoeksinstituten én adviesraden onnodig moeilijk.32 Hij dient zich te blijven uitspreken over het belang van onafhankelijke wetenschap als fundament van een gezonde democratie.
De Nederlandse Unesco Commissie prijst maatschappelijk engagement onder wetenschappers. Als zij zich op basis van wetenschappelijk onderbouwde feiten ‘activistisch’ inzetten voor de samenleving, nemen zij immers hun rol binnen de democratie serieus.33 Zulke betrokkenheid onder wetenschappers is een groot goed. En wanneer de uitkomsten van onderzoek erop wijzen dat het anders kan of moet, dan is het belangrijk dat het publiek debat met deze inzichten wordt gevoed.
De minister kan dit punt kracht bijzetten door bij publieke optredens aandacht te besteden aan de wetenschappelijke inzichten die hij als minister gebruikt bij het ontwikkelen van beleid en bij besluitvorming, en zijn collega’s aanmoedigen dit ook te doen. Verder kan hij er zorg voor dragen dat vanuit de overheid nooit wetenschappelijke onderzoeksrichtingen als minder legitiem worden bestempeld, enkel omdat de resultaten van onderzoeken politiek gevoelig liggen.
Vanuit het ministerie moet dit signaal ook in internationale context worden afgeven. Het mede door Nederland geïnitieerde Unesco-programma over de vrijheid en veiligheid van wetenschappers is hiervoor een geschikt vehikel. Het biedt de minister gelegenheid met collega-ministers in het buitenland te zorgen dat academische vrijheid en de veiligheid van wetenschappers op de internationale agenda blijven. Unesco, als VN-organisatie voor de wetenschap, kan bovendien een relevante plek zijn om op mondiale schaal data over de bestaande problematiek te verzamelen en rapporten te publiceren, zoals al gebeurde met een typologie van intimidatie en geweld richting wetenschappers en een studie naar Afrikaanse perspectieven op wetenschappelijke vrijheid.34 Unesco is een platform waar academici en beleidsmakers goede praktijken kunnen uitwisselen, en landen iets van elkaar kunnen opsteken.
En dat is nodig. Uit het meest recente Free to Think-rapport van Scholars at Risk blijkt dat in het afgelopen jaar wereldwijd 391 aanvallen op wetenschappers, studenten en instellingen hebben plaatsgevonden, geregeld ook door statelijke actoren. Deze mensen en organisaties, die zich inzetten voor de wetenschap, verdienen steun vanuit Nederland. Bovendien kunnen misstanden in andere landen ook een effect hebben op wetenschappers uit Nederland, die immers voor hun werk de wereld over reizen en geregeld onderzoek doen naar andere landen of culturen.
Een bescheiden houding in deze wereldwijde dialoog is het effectiefst en past het best bij Nederland. Het rapport van Scholars at Risk gaat namelijk niet alleen over incidenten in landen als Rusland, Israël, en China, maar wijst nadrukkelijk naar ‘liberale democratieën’ waar de academische gemeenschap in toenemende mate te maken krijgt met vormen van repressie.35 Omdat de problematiek zich niet beperkt tot een hoekje van de wereld of een beperkt aantal landen, is het des te belangrijker om internationaal samen te werken en van elkaar te leren. Alleen op die manier kan de zorgwekkende trend, waar meerdere internationale organisaties op wijzen, worden gekeerd. 35
31 Rathenau Instituut, ‘Vertrouwen in de wetenschap’, 29 augustus 2024.
32 NRC, ‘“De groeiende weerstand tegen kennis maakt het werk van adviesraden lastiger”’, 16 maart 2025.
33 NWO, ‘Wat doet activisme met de betrouwbaarheid van de wetenschap?’, 2024.
34 Janneke Gerards en Niels Schattevoet, The safety of scientific researchers: data, trends and a typology of threats (Unesco, 2024); Unesco, African perspectives on scientific freedom: Insights from policy and practice in 6 countries (2024). Wetenschappelijke vrijheid (‘scientific freedom’) wordt meestal gedefinieerd als de vrijheid van onderzoek, wat niet de vrijheid van valorisatie of het geven van onderwijs omvat.
35 Zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Ook het ingrijpen bij Nederlandse campusprotesten in recente jaren wordt in het rapport genoemd.