In 2015 publiceerde Comest haar meest recente rapport over de ethiek van klimaatverandering. Het rapport is de laatste van een reeks publicaties over dit onderwerp waarvan de eerste in 2003 verscheen.

Comest-rapport over de ethiek van klimaatverandering

Toen had klimaatverandering nog een bijrol in een publicatie over milieu-ethiek, maar vanwege het groeiende besef van de omvang en complexiteit van de klimaatproblematiek kwam het vraagstuk van klimaatethiek al snel centraal te staan – met als leidende vraag ‘wat is de morele basis voor ons handelen – zowel via beleid als actie - om klimaatverandering aan te pakken?’. In 2010 publiceerde Comest het boek ‘The ethical implications of the global climate change’, gevolgd door een voorstudie voor de ontwikkeling van een ethisch raamwerk voor klimaatadaptatie (2013).

Image
De 'Bosco verticale'-woontorens in Milaan staan vol bomen. (Foto: Chris Barbalis | Unsplash.com)
De 'Bosco verticale'-woontorens in Milaan zijn een vorm van groene architectuur.

In het meest recente rapport (2015) stelt Comest dat naast ‘adaptatie’ (aanpassing) ook ‘mitigatie’ (verminderen) een even grote plek moest innemen in ons antwoord op klimaatverandering. Adaptatie alleen is niet genoeg, er moet ook actief gewerkt worden aan het terugdringen van het klimaatprobleem, omdat een beleid van aanpassen niet toereikend zal zijn om het hoofd te bieden aan de ‘severe, widespread, and irreversible impact globally’ die het IPCC voorspelt.

Morele vraagstukken

Waarom zijn er ethische richtlijnen nodig voor ons verweer tegen klimaatverandering? De opwarming van de aarde brengt morele vraagstukken met zich mee. Zo is er de morele opdracht om mensen en dieren te beschermen tegen de destructieve effecten van klimaatverandering, effecten zoals natuurrampen, extreme droogte, overstromingen of het verlies van biodiversiteit. Voorts is er het principe van rechtvaardigheid: de kosten van klimaatverandering zijn niet eerlijk verdeeld. Kwetsbare bevolkingsgroepen, voornamelijk in arme landen, dragen relatief weinig bij aan het klimaatprobleem maar worden er vaak onevenredig zwaar door getroffen. De aanpak van klimaatverandering vraagt om een ‘morele solidariteit’ op wereldschaal. Ethische principes kunnen helpen om dit vorm te geven.  

Lange tijd werd de vraag gesteld of het überhaupt mogelijk was om ethische uitgangspunten te formuleren voor actie tegen klimaatverandering, die wereldwijd toepasbaar zijn, vanwege het complexe en onzekere karakter van de natuurlijke processen die ten grondslag liggen aan klimaatverandering, en de nog incomplete wetenschappelijke kennis over het ontstaan van klimaatverandering en de rol van de mens daar in. Maar ondanks die onzekerheden stelde Comest dat de wetenschappelijke, sociale en menselijke uitdagingen door klimaatverandering zo omvangrijk zijn, dat het opstellen van universele, ethische principes noodzakelijk zijn om deze uitdagingen aan te pakken. 

10 principes

De Commissie stelt tien ethische principes voor die de morele basis moeten vormen voor een mondiale aanpak van het complexe klimaatprobleem. Zo moet onze aanpak de biologische en culturele diversiteit in de wereld in ogenschouw nemen, en uitgaan van de wederzijdse afhankelijkheid van het leven op aarde – we zijn allemaal deel van een ecosysteem waarvan we geven en nemen. Morele solidariteit van de mensheid, een belangrijk principe van Unesco’s constitutie, gerechtigheid (global justice) en veerkracht (resilience) vormen belangrijke uitgangspunten van ons handelen.

Hoe kan de wereld uit de voeten met deze universele ethische richtlijnen? Het werk van Comest is belangrijk geweest is het voorbereiden van een normstellend kader over de ethiek van klimaatverandering. In 2017 bracht Unesco hierover een Verklaring uit, de Declaration of Ethical Principles of Climate Change. Deze verklaring kan gezien worden als een uiting van bezorgdheid van de lidstaten over de morele schade en onrechtvaardigheid door de opwarming van de aarde en een oproep om wereldwijd beleid, besluitvorming en actie te mobiliseren vanuit een gedeeld, universeel ethisch kader. De verklaring is een aanvulling op andere multilaterale klimaat-inspanningen zoals de Paris Agreement en het werk van het IPCC.

‘No-harm’

Het belangrijkste principe van de Verklaring is ‘no-harm’ – het uitgangspunt dat niemand – noch mens, noch dier noch omgeving – mag lijden onder klimaatverandering en dat actie gericht moet zijn op het tegengaan daarvan. De Verklaring heeft ook aandacht voor het vraagstuk van wetenschappelijke kennis over klimaatverandering, die maatschappelijk onder druk staat en dikwijls in twijfel wordt getrokken: de Verklaring stelt dat overheden en onderzoekers de morele plicht hebben om wetenschappelijke kennis te delen, onderzoek op integere wijze uit te voeren, en beleid en actie te baseren op wetenschappelijke bevindingen.

Loading...