De Gouden Koets helpt om anders naar het verleden te kijken

De Gouden Koets helpt om anders naar het verleden te kijken

Op 17 juni heeft Koning Willem-Alexander in het Amsterdam Museum een tentoonstelling geopend over en (letterlijk) rondom de Gouden Koets.

Als voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie ben ik betrokken bij de opzet van de tentoonstelling en nam ik deel aan een klankbordgroep. Daarin zaten wetenschappers, museumspecialisten, programmamakers, artiesten en andere deskundigen. We bediscussieerden wat het doel van de tentoonstelling zou moeten zijn en wat is de beste opstelling is om dat doel te bereiken.

Geschiedenis

De Gouden Koets was een geschenk van de inwoners van Amsterdam aan Koningin Wilhelmina ter ere van haar inhuldiging, in 1898. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik maakten op hun huwelijksdag, 7 februari 1901, voor het eerst van de Gouden Koets gebruik. De Gouden Koets is daarna ook ingezet bij de huwelijken van Prinses Juliana en Prins Bernhard (1937), Prinses Beatrix en Prins Claus (1966), Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima (2002). Ook werd hij gebruikt bij de doop van Prinses Juliana (1909) en de doop van Prinses Beatrix (1938). Naast die speciale gelegenheden was de Gouden Koets sinds 1903 ieder jaar te zien op de derde dinsdag in september, Prinsjesdag.

Heden

De vraag die om de Koets heen hangt sinds de restauratie ervan vijf jaar geleden begon, is of hij nog wel de straat op kan. De Koets vertelt verschillende verhalen en sommige roepen wezenlijke vragen op. Bijvoorbeeld of de Gouden Koets nog wel past bij de moderne constitutionele monarchie van ons land. Een goede vraag, zeker als je bedenkt dat de kussens in de koets geborduurd zijn door de inzet van kinderarbeid en het paneel, ‘Hulde der Koloniën’, dat op de koets prijkt, tot veel commotie leidt. Het beantwoorden van die vraag is aan het koningshuis, dat zou dus niet de kernbedoeling van de tentoonstelling moeten zijn. Dat zou wel het bevorderen van de discussie moeten zijn en de verschillende aspecten die de vraag ‘Wat te doen met de koets?’ oproept.

Discussie

Die genuanceerde discussie is nodig, op grond van alle verhalen die er over de koets te vertellen zijn. Op het paneel ‘Hulde der Koloniën’ bijvoorbeeld, staat een witte vrouw afgebeeld, gezeten op een stoel en voor haar knielen diverse zwarte mensen met Afrikaanse en Aziatische trekken.

Zeker als je bedenkt dat dit paneel is geschilderd meer dan 25 jaar na de daadwerkelijk afschaffing van de slavernij (1873), kun je je voorstellen dat dit schilderij bedoeld was als ‘geruststelling’ voor de plantagehouders en andere machthebbers. ‘Al is de slavernij afgeschaft, de verhoudingen zullen hetzelfde blijven’, lijkt het paneel te suggereren. Er klinken stemmen die vinden dat het paneel verwijderd moest worden, of op z’n minst overgeschilderd. Of, radicaler, dat de hele koets voorgoed moet verdwijnen. Terwijl anderen vinden dat zoveel agressie nergens voor nodig is: het is immers allemaal al zolang geleden en wat heb ík nou te maken met wat mijn verre voorouders in een ver verleden eventueel fout gedaan zouden hebben?

Urgentie

In de vijf jaar sinds de Koets van straat werd gehaald, is de urgentie van het voeren van een genuanceerde discussie alleen maar toegenomen. Na Black Lives Matter zijn we door de coronapandemie genadeloos geconfronteerd met alle ongelijkheid in het weefsel van onze samenlevingen. We kunnen er niet meer omheen. Op de oude voet verder gaan kan niet meer, maar hoe dan wel?

Het is mooi om te zien dat musea, en breder de kunsten, in ons land middenin de samenleving staan en bijdragen aan de zo broodnodige nuance in het maatschappelijk debat over de wijze hoe we met elkaar om wensen te gaan. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij de Slavernijtentoonstelling in het Rijksmuseum. Dat is nu precies waar musea, kunst, ons erfgoed, historische plekken, etc. voor moeten staan wat de Nationale Unesco Commissie betreft: het debat entameren, ons de verschillende perspectieven laten zien van waaruit we naar ons verleden kunnen kijken, alle verhalen laten horen die verteld kunnen worden om zo te kunnen ervaren wie we zijn, waar we vandaan komen, en hoe we een weg naar een gedeelde toekomst kunnen uitstippelen. Niet wegstoppen, niet kapot maken. We kunnen wat in het verleden gebeurd is, niet ontkennen. We moeten er ons toe leren verhouden en er lering uit trekken.

Dat is wat de tentoonstelling rond de Gouden Koets moet beogen.

En wat er daarna met de Koets moet gebeuren? Dat is aan de koning en niet aan ons.

Loading...