Martin Berendse nieuwe voorzitter Memory of the World Comité Nederland

Martin Berendse nieuwe voorzitter Memory of the World Comité Nederland

Het Nederlandse Memory of the World Comité heeft een nieuwe voorzitter. Martin Berendse, directeur van de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, neemt de hamer over van Reinier Salverda, die na vijf jaar afscheid neemt. 

Het Nederlandse Memory of the World Comité heeft een nieuwe voorzitter. Martin Berendse, directeur van de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, neemt de hamer over van Reinier Salverda, die na vijf jaar afscheid neemt. 

Periode Salverda

In de periode Salverda is bij Memory of the World (MoW) veel gebeurd, zowel nationaal als internationaal. De interesse voor het MoW Register, de Unesco-erfgoedlijst voor documenten van wereldbetekenis, is in Nederland steeds verder toegenomen. In 2017 zijn niet minder dan vijf collecties aan het Register toegevoegd waar Nederlandse instellingen bij betrokken waren. Het Comité voert met steun van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap diverse projecten uit, waarbij op dit moment met name de samenwerking tussen archieven en bibliotheken met Wikimedia de aandacht trekt.

Beroering

Internationaal was MoW in het nieuws door de politieke beroeringen die ontstonden na omstreden nominaties die te maken hebben met pijnlijke kwesties uit de recente geschiedenis, zoals de Kamikaze-brieven en archiefstukken die getuigen van de gedwongen prostitutie in de Tweede Wereldoorlog. Deze kwestie raakt ons land ook, omdat Indonesië in de Tweede Wereldoorlog een Nederlandse kolonie was. Het Nederlands MoW Comité heeft de Nederlandse overheid over deze zaak, en over de herziening van het MoW Programma die door deze kwestie een veel zwaardere lading kreeg, meermaals geadviseerd. Salverda’s kennis van de regio – hij was in de jaren ‘80 werkzaam aan de Universitas Indonesia in Jakarta – kwam daarbij goed van pas.

Visie ontwikkelen

Berendse kent Unesco en het Memory of the World programma goed uit de tijd dat hij Algemeen Rijksarchivaris was (2009-2014) en president van de internationale koepelorganisatie voor archieven,  ICA. Hij zal met het Comité de komende maanden een visie ontwikkelen en doelen formuleren voor de komende jaren. Berendse: “In Nederland kunnen we nog veel doen om het bredere publiek te doordringen van het belang van documentair erfgoed. Het Unesco Werelderfgoed en het immaterieel erfgoed is goed bekend, dankzij het goede werk van instellingen als de Stichting Werelderfgoed en het KIEN. Het MoW Comité zou met de instellingen die stukken op het register hebben staan, kunnen onderzoeken of we kunnen aanhaken bij evenementen zoals open monumentendag.”

Belang documentair erfgoed

“De diplomatieke ruzies tussen Japan, China en Korea laten op hun manier natuurlijk ook het belang van documentair erfgoed zien. Dat belang is een combinatie van het ‘objectieve’ archiefstuk en de subjectieve waarde die daaraan gegeven wordt. Dat kan van geval tot geval heel verschillend uitpakken: In het Nationaal Archief in Den Haag hebben de oudste stukken van de Nederlandse Republiek (Regeeringsarchieven der Geünieerde en der Nader Geünieerde Nederlandsche Provinciën) de eer om met inventarisnummer 1.01.01.00 ‘bovenaan’ in de catalogus te staan. Deze stukken zijn echter niet compleet; een ander deel ligt in Brussel, maar daar dragen ze de naam “Archives des rebelles”! MoW zou de nadruk moeten leggen op het ‘objectieve’ van het documentair erfgoed. Natuurlijk, zonder duiding zijn de sporen van het verleden stom; maar duiding is nooit monolithisch en komt altijd in aanmerking voor revisie. Laat MoW in deze gevoelige kwesties de kampioen zijn van de documenten als zodanig: het gaat om de koude beschikbaarheid van de primaire bronnen.”

Loading...