
Hoewel er geen gewonden vielen, is de culturele en historische schade immens. ‘Een enorm verlies, niet alleen voor Suriname, maar voor de hele wereldgemeenschap, aldus Kathleen Ferrier, voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie.
Houten gebouwen
De brand, die donderdagochtend rond tien uur lokale tijd uitbrak, verspreidde zich razendsnel door de houten gebouwen in het hart van de stad. Ondanks de snelle inzet van de brandweer en hulpdiensten, kon de vuurzee, aangewakkerd door sterke wind, niet worden gestopt. Problemen met materiaal, waaronder een kapotte dompelpomp en een tekort aan bluswater, speelden een fatale rol in het onvermogen de brand op tijd onder controle te krijgen.
De verwoeste panden maakten deel uit van het koloniale erfgoed waar Paramaribo wereldwijd bekend om staat. De witte, houten gebouwen met hun karakteristieke architectuur vertegenwoordigen de unieke mix van Europese en lokale bouwstijlen en zijn tastbare getuigen van Suriname’s geschiedenis.
Tragedie
“Dit is een enorme tragedie”, zegt Kathleen Ferrier. “Werelderfgoed vertegenwoordigt unieke en universele waarden. Dat juist in Paramaribo deze historische panden letterlijk in rook zijn opgegaan, is een verlies dat niet alleen ons treft, maar ook toekomstige generaties. Het is een gitzwarte dag. We dragen allemaal, als wereldgemeenschap, de verantwoordelijkheid om dit erfgoed te behouden. Het is goed om te zien dat de president van Suriname direct met een regeringsdelegatie ter plaatse is gaan kijken om zich te informeren. Dat toont het juiste besef van de historische waarde en de noodzaak om het erfgoed op waardige wijze te herstellen.”
Het is niet de eerste keer dat brand de binnenstad van Paramaribo treft. De houten panden uit de achttiende eeuw zijn kwetsbaar. Ondanks pogingen om het erfgoed te beschermen en onderhouden, zijn structurele uitdagingen als verouderde infrastructuur, beperkte middelen en gebrek aan onderhoudsbudgetten een voortdurende bedreiging.
Mogelijke wederopbouw
De Nederlandse Unesco Commissie volgt de ontwikkelingen op de voet en spreekt de hoop uit dat bij een mogelijke wederopbouw zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de oorspronkelijke historische en culturele betekenis van het verloren erfgoed.