Investeer in volwasseneneducatie voor het te laat is

Investeer in volwasseneneducatie voor het te laat is

Keer op keer haalt het de pers dat met name laagopgeleiden problemen ervaren in het dagelijks leven en op de arbeidsmarkt. Ook blijken zij harder te worden getroffen door de gevolgen van de coronacrisis en verdwijnen hun (onzekere) banen het eerst bij de huidige economische recessie.

Willen we problemen in onze samenleving oplossen dan moeten we in ieder geval voor deze mensen voldoende faciliteiten beschikbaar hebben. Dan pas werken we ‘kansenongelijkheid’ echt weg. Helaas is Nederland het land in Noordwest-Europa dat deze faciliteiten het meest op een zo’n laag mogelijk pitje houdt. Oftewel: we weten van de problemen van deze groep, maar investeren er zo min mogelijk in.

Volwasseneneducatie is dé oplossing

Op internationaal niveau hebben ze het al langer gezien. Investeren in volwasseneneducatie kan ervoor zorgen, dat iedereen alsnog de kans krijgt om zichzelf te scholen, ook in essentiële vaardigheden als taal, rekenen en sociale vaardigheden als die ontbreken. Daarom hebben de lidstaten van Unesco de ‘Recommendation on Adult Learning and Education’ in 2015 opgesteld. Om ervoor te zorgen, dat iedereen de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van kwalitatief goed onderwijs. Onderzoek toont ook aan dat investeren in volwasseneneducatie het tij kan keren voor laagopgeleiden. Een groot deel van de deelnemers ervaart dat zij na deelname aan een leertraject meer kansen krijgt op arbeid, zorg en welzijn.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap komt met een investering van nog geen 0,5% van haar onderwijsbegroting deze afspraken nauwelijks na. De faciliteiten zijn zo marginaal in vergelijking met de andere landen dat het voor zowel de instellingen als de gemeenten moeilijk is om structureel voldoende leertrajecten voor deze mensen te realiseren.

Gemeenten zitten klem

In Nederland moeten de gemeenten gezamenlijk per regio een educatief plan opstellen om aan te geven hoe zij de trajecten voor volwasseneneducatie gaan faciliteren. Maar uit onderzoek in 2018 bleek dat dat vrijwel niet mogelijk was voor veel gemeenten, omdat ze te weinig budget hebben voor de uitvoeringskosten, voor coördinatie en werving. Daardoor worden de specifieke doelgroepen niet bereikt en komen de professionele onderwijsvoorzieningen onder druk te staan. Onderzoek onder circa 200 gemeenten in 2021 laat een ongewijzigd beeld zien. Het merendeel geeft aan dat de financiën nog steeds ontoereikend zijn en dat formatie en capaciteit een blijvend probleem zijn. Oftewel: men kan gewoonweg niet voldoende faciliteiten voor laagopgeleiden inzetten. Daarnaast zijn er zorgen over de inhoud van het aanbod. Dat is vrij smal en enkel gericht op taal, rekenen en digitale vaardigheden. Maar veel minder op andere zaken zoals sociale, financiële of gezondheidsvaardigheden. Ook landelijke kwaliteitseisen lijken te ontbreken. Ten slotte hechten de gemeenten veel waarde aan de inzet van betaalde beroepskrachten, oftewel docenten. Echter in Nederland is er geen specifiek professionaliseringsbudget. Dit in schril contrast tot de 20 miljoen die Finland hiervoor uittrekt.

Noodklok

Op basis van deze inzichten heeft de Unesco Leerstoel Volwasseneneducatie aanbevelingen opgesteld die ervoor kunnen zorgen dat er een betere infrastructuur voor volwasseneneducatie komt en dat elke inwoner de scholing krijgt die hij of zij nodig heeft om te kunnen functioneren in onze samenleving en op de arbeidsmarkt.

Eerdere ministers is het niet gelukt, dan is dus nu de nieuwe minister echt aan zet. Willen we het tij keren dan moet er voldoende aandacht komen voor de groep laagopgeleide volwassenen. Als wij de kloof en tweedeling in onze samenleving niet groter willen laten worden, dan moeten we structureel investeren in volwasseneneducatie. Dit voordat het te laat is.

Advies

Lees het advies van Prof. dr. Maurice de Greef, Unesco-leerstoelhouder Volwasseneneducatie.
De bronvermeldingen zijn opgenomen in het advies (pag. 29 en 30).

Loading...