Een pleidooi voor onbevangenheid

Een pleidooi voor onbevangenheid

De Nederlandse Unesco Commissie heeft sinds 2018 vijf verschillende Jongerencommissies gehad. In totaal 55 jongeren voerden in die periode elk een jaar lang actie voor de Unesco-onderwerpen die voor hen belangrijk waren. De veelzijdige expertise van de gehele Nederlandse Unesco-familie bracht ons niet alleen inzicht en bijzondere ervaringen. We maakten ook kennis met een naïef lijkende omgeving. Een idealistische omgeving van welgemeende aanbevelingen en soft power. Wat is de kracht van zulke zaken in een wereld waar moedwillige onwetendheid en cynisme soms de boventoon voeren?

Maar na een jaar Jongerencommissie klonk bij onze gezamenlijke reflectie een ander geluid. De Jongerencommissie bood een inspirerende omgeving, zo vonden de leden. Samen met het bureau van de Nederlandse Commissie en de Commissie zelf, is er altijd een sterke groep die voor elkaar klaarstaat. Mijzelf viel vooral op: bij de naïef lijkende organisatie heerst geen moedeloosheid, maar juist terecht optimisme, dankzij mensen die écht geloven in het verhaal van Unesco.

Openbaar

Al aan het begin van ons jaar werd de Jongerencommissie hiermee geconfronteerd. Bij aanstelling zetten alle leden een kort stukje op de website over hun affiniteit met Unesco. Ik realiseerde me toen: nooit eerder had ik wat ik vond, wat ik dacht, wat ik voelde, wat ik geloofde, zo openbaar uitgedragen. Het is nogal wat, om te durven uitspreken: ‘Ik wil iets goeds doen!’. Maar al te vaak zien we dat ‘iets goeds doen’ op cynische wijze wordt gebruikt, zoals wanneer Vladimir Poetin zegt de democratie te verdedigen door vrouwen uit te sluiten. Het effect is dat veel jongeren zich wel degelijk afvragen: ‘wat als ik iets goeds wil doen’, ‘wat als ik de wereld een beetje mooier wil maken’, en ‘wat als ik andere mensen wil helpen’? Maar dat zulke vragen buiten de Unesco-muren niet altijd een lang leven zijn beschoren. In deze cynische wereld mag je niet zo naïef zijn! En dus worden de vragen opgeschort.

Maar bij Unesco mag de vraag ‘wat als ik iets goeds wil doen’ echt oprecht zijn. Gedurende ons jaar kwamen we dat terechte optimisme en idealisme van de Unesco-familie meerdere keren tegen. Bijvoorbeeld bij een symposium aan de universiteit van Twente, waar voormalig Unesco Commissielid en de huidige rector van de UvA, Peter-Paul Verbeek, sprak. Veel mensen kennen Verbeek als een energieke filosoof. Mij bleef vooral bij dat hij als filosoof zomaar een verhaal over de waarheid van de wetenschap durfde uit te spreken. Toen ik naderhand vragend op hem afliep, zat ik nog in mijn hoofd met de ideeën van Descartes uit een eerdere filosofiecursus. In zijn eenzame meditaties leidde voor Descartes elke kleine onzekerheid tot ontkenning van de waarheid. Voor mij was dit inzicht twee weken oud, maar Verbeek concludeerde lachend dat het voor de wetenschap inmiddels zo’n vier eeuwen geleden is.

Mensheid

Een eenzame filosofische zoektocht kan beginnen bij een ontkenning van de waarheid en eindigen bij een cynisme dat veel wat de mens mooi maakt ontkent. De Unesco-filosofie vertrekt vanuit de mensheid: deze roept ons op energieke wijze op om gezamenlijk de waarheid te zoeken. Van dag tot dag draagt de organisatie met concrete acties uit: de waarheden die een kind geleerd krijgt, kunnen op een dag de mensheid redden.

Zo onbevangen mag je bij Unesco zijn. Unesco-mensen durven in alle eerlijkheid en kwetsbaarheid te zeggen dat ze iets goed willen doen. Waarna ze, alsof er niks opmerkelijks is gezegd, een kopje koffie inschenken tijdens een vergadering over agressie tegen de pers. Ze durven een grapje te maken dat de wereldvrede nog steeds niet is uitgebroken, terwijl zij toch netjes elke dag om negen uur op kantoor aanwezig waren. Zonder cynisme, maar met een vastberaden lach die zegt: ‘we durven ons hier in te zetten voor iets moois, voor iets goed waar wij in geloven’.

Stijn Leeuwangh is voorzitter van de Unesco Jongerencommissie 2022/2023

Loading...