Na de opstand werd hij verbannen naar Sulawesi waar hij de Babad Diponegoro schreef, waarschijnlijk de eerste autobiografie van de Javaanse literatuur. De Javaanse tekst wordt bewaard in de Indonesische Nationale Bibliotheek in een manuscript van 1151 pagina’s.
Ook de officiële Nederlandse vertaling, die berust in de collectie van het KITLV in Leiden, is onderdeel van de voordracht die door de Indonesische en Nederlandse organisaties samen werd gedaan. De opdracht voor die vertaling werd in 1857 gegeven door het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, waar men begreep dat de tekst van cruciaal belang was voor het begrijpen van de Javaanse onderdanen.
Inschrijving op het Unesco Memory of the World Register vond plaats in 2013.