Vrijheid en de macht van zachte krachten

Vrijheid en de macht van zachte krachten

Unesco Commissievoorzitter Kathleen Ferrier hield op Bevrijdingsdag een lezing, over 'vrijheid en de macht van zachte krachten', geïnspireerd door de woorden van Henriëtte Roland Holst. Hoe kijken wij tegen de Oekraïnecrisis aan of de coronacrisis? Wat leren we ervan en wat betekent dit voor hoe we naar de toekomst kijken, hoe we vrijheid waarderen en bereid en in staat zijn haar te verdedigen.

“De zachte krachten zullen zeker winnen 
in t eind – dit hoor ik als een innig fluisteren
in mij: zoo het zweeg zou alle licht verduisteren
alle warmte zou verstarren van binnen”

Bekende dichtregels van Henriëtte Roland Holst, dichteres en socialiste, regels die ik graag als leidraad neem voor deze Vrijheidslezing. En wat een eer dat ik hier mag staan. Heel veel dank voor de uitnodiging, om juist vandaag, in deze tijd, op deze dag hier in deze kerk de Vrijheid Lezing te mogen houden. Juist vandaag en juist onder de omstandigheden van vandaag, beseffen we eens te meer, hoe kostbaar het is, hoe bijzonder eigenlijk, dat we hier samen zijn, dat we in vrijheid samen kunnen komen en dat we in vrijheid kunnen spreken.

Want het zijn bijzondere tijden.

Zoals u wellicht weet, heb ik Spaans en Portugees gestudeerd, talen en cultuur van Latijns Amerika en een uitspraak die vaak bij mij opkomt deze dagen is van de Spaanse cultuurfilosoof, schrijver en journalist José Ortega y Gasset, auteur van onder meer “De Opstand der Horden”. Ortega y Gasset zei: “Wij weten niet wat ons overkomt en dat is precies wat ons overkomt.” No sabemos lo que nos pasa y eso es precisamente lo que nos pasa.

In deze dagen weten wij niet wat ons overkomt.

Dat begon met het verwoestend virus, dat we nu hopelijk te boven aan het komen zijn. Ik zeg ‘hopelijk’: zeker weten doen we het allerminst.

Hoe dan ook, Covid heeft onze levens en zekerheden behoorlijk overhoop gegooid. Covid heeft ons vooral haarscherp laten zien waar de fouten en gapende gaten zitten in het weefsel van onze menselijke samenlevingen. Het is door Covid allemaal onontkoombaar zichtbaar gemaakt, de vele ongelijkheden: Ongelijkheid in toegang tot zorg, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, ongelijkheid in mogelijkheden voor onderwijs, de mate van huiselijk geweld, etc. etc.

En we hebben nog niet eens tot ons door kunnen laten dringen  wat Covid nu echt met ons gedaan heeft, of we zitten in een situatie die juist vandaag nu we vrijheid vieren, in het bijzonder  tot ons spreekt.

Toen ik uitgenodigd werd voor deze lezing en zelfs toen we, veel recenter, de inhoud bespraken, konden we ons niet voorstellen in wat voor situatie we nu zouden zitten.  

Poetin, die een bloedige oorlog begint tegen de burgers van Oekraïne.

We houden onze adem in.

“We weten niet wat ons overkomt”

We hadden niet gedacht dat dit weer zou kunnen gebeuren.

Want hadden we in 1945 niet gezegd: nooit meer. Nooit meer een wereldoorlog? Hadden we daarom niet de VN opgericht en hadden we niet daarom een Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens opgesteld?
Hoe heeft dit dan toch kunnen gebeuren?

We zitten allemaal met deze vraag, maar als voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie wil ik wel een poging wagen om een antwoord te geven.

Toen in 1945 de VN werd opgericht zeiden de wereldleiders die toen om de tafel zaten, dat om wereldvrede te handhaven er drie pijlers nodig zijn:

  1. Rijkdom moet eerlijker verdeeld worden. In de afgelopen 77 jaar hebben we wat dat betreft heel goede en concrete stappen gezet. We hebben een Wereldbank en een Internationaal Monetair Fonds in het leven geroepen, er zijn verschillende regionale ontwikkelingsbanken.
     
  2. Er moest een internationale rechtsorde komen. Want misdaden tegen de menselijkheid mochten niet onbestraft blijven en dat konden we niet overlaten aan nationale hoven. Er moesten internationale hoven komen. Ook dat hebben we goed gedaan. Hier in Den Haag, de wereldhoofdstad van internationale rechtvaardigheid, zijn in de afgelopen 77 jaar gezaghebbende internationale hoven gevestigd.
     
  3. De derde pijler die men toen benoemd heeft als voorwaarde voor het handhaven van wereldvrede, is het benadrukken en versterken en bevorderen van alles wat mensen in hun menszijn, met elkaar verbindt. Wetenschap, onderwijs, communicatie, kunst, cultuur, erfgoed… Dat zijn zaken die mensen, puur op grond van de gemeenschappelijkheid van het mens-zijn,  met elkaar verbinden. Om die pijler van de grond te krijgen werd UNESCO opgericht, de United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization. Ons motto is: vrede creëren in de hoofden van mensen. Met de woorden van de grondwet van Unesco:

Since wars begin in the minds of men, it is in the minds of men that the defences of peace must be constructed. Gedachten van Vrede creëren in de hoofden van mensen, door kunst, cultuur, wetenschap en communicatie.

En verder staat er in die grondwet van Unesco: That ignorance of each other’s ways and lives has been a common cause, throughout the history of mankind, of that suspicion, and mistrust between the peoples of the world through which their differences have all too often broken into war.

Oftewel kort gezegd: we kennen elkaar niet. En we hebben steeds minder de wens elkaar te keren kennen. En omdat we elkaar niet kennen, wantrouwen we elkaar en dat wantrouwen vormt een basis voor oorlog.

Toen ik volksvertegenwoordiger was namens het CDA in de Tweede Kamer, of daarvoor nog, algemeen secretaris van de vereniging van migrantenkerken SKIN, waren er ook verschillende groepen, eilanden, zuilen, maar er was wel altijd de wens één samenleving te zijn, hier in Nederland.

Die wens is verdwenen.

Dat viel mij echt op toen we na vijf jaar in Hongkong gewoond en gewerkt te hebben weer terugkeerden in 2018 naar Nederland: de desinteresse en het gebrek aan nieuwsgierigheid in de ander.
In 2019 werd ik uitgenodigd de jaarlijkse ‘Anton de Kom’-lezing te houden en die ging onder meer hierover.

That ignorance of each others ways and lives….

We kunnen deze woorden één op één toepassen op de oorlog nu in Oekraïne.

We moeten dus helaas concluderen dat we het weliswaar goed gedaan hebben op de eerste twee pijlers, maar veel minder goed op de derde pijler, de pijler die staat voor de zachte krachten,  en het is de hoogste tijd die nu voluit te versterken.

We realiseren ons ook, dat we lichtvaardig zijn omgegaan met onze vrijheid en onze democratie. Want voor mij is het duidelijk: vrijheid, werkelijke vrijheid, is het best geborgd in een democratisch bestel. We zijn lichtvaardig omgegaan met onze democratie, onze burgerrechten en vrijheden omdat we ervan uitgegaan zijn dat democratie, zeker hier in Europa, vanzelfsprekend is. Maar we realiseren ons nu: dat is het niet!

Zeker niet als we ons afvragen wat er komende tijd op geopolitiek vlak gaat gebeuren. Wat zal de rol van China zijn? India, de grootste democratie ter wereld, heeft zich onthouden van stemmingen bij de VN tegen het geweld van Poetin.

We kijken nu met angst en beven naar wat er verder in Oekraïne gaat gebeuren.

“We weten niet wat ons overkomt”

We leven in onzekere tijden.

Het gevaar is dat we ons laten verlammen en dat we wegzakken in moedeloosheid. Gelukkig zien we een enorme solidariteit in ons ontwaken als het gaat om de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Hartverwarmend, - en ik mag van harte hopen dat deze solidariteit met en ruimte voor vluchtelingen in onze samenleving ook zal gelden voor vluchtelingen uit Afrika, Syrië, Afghanistan, etc., maar om deze crisis te boven te komen is er meer nodig.

Wereldwijd en in ons eigen land.

Ik noemde het voorbeeld van de grondwet van UNESCO, dat oorlog zoals in Oekraïne, ontstaat als we elkaar niet kennen. Dan wordt onze samenleving steeds meer een verbrokkelde samenleving, waar mensen met de rug naar elkaar toe staan en steeds meer vanuit hun eigen bubbel leven, in hun eigen werkelijkheid, hun whatsapp-, wechat- of messenger-groepen met allemaal gelijkgestemden, die elkaar bevestigen in hun eigen gelijk, hun eigen wereld- en mensbeeld en hun superioriteit.

Dit opsluiten in de eigen werkelijkheid zonder een open belangstelling voor wat er buiten die werkelijkheid gebeurt, komt vaak voort uit een gebrek aan vertrouwen en daardoor angst. Angst is een slechte raadgever, zeker in tijden van crisis. Ik vind het pijnlijk en zorgwekkend om te zien hoe ernstig de huidige vertrouwenscrisis is, hoe het wederzijds vertrouwen snel afbrokkelt en hoe ook het wantrouwen jegens de overheid  toeneemt. Dat wantrouwen wordt gevoed door affaires zoals de kinderopvangtoeslagaffaire en door complottheorieën, onder meer over vaccinaties. En ondertussen krijgt de digitalisering steeds meer grip op onze samenleving, met alle gevolgen van dien en zonder dat de zeggenschap daarover politiek is ingebed.

De grote vraag is: hoe doorbreek je dit patroon?

Hoe krijgen we vertrouwen terug, dat begint met oprechte interesse en nieuwsgierigheid in wie de ander is?

Als ik het antwoord op die vraag had…

Ik heb het niet.

Ik heb er wel veel over nagedacht en een paar van die gedachten wil ik vanavond graag met u delen. Ik noem vier sectoren.

Allereerst de politiek.

  1. Wat mij betreft is de politiek de afgelopen decennia de verkeerde kant opgegaan. Het is mijn overtuiging dat het politieke in essentie gaat om het verbinden. Verbinden van mensen met elkaar en met de planeet. Dat klinkt voor sommigen als geitenwollensokkenvaagheid, maar volgens mij is dat uiteindelijk de kern van politiek, ook van het parlementaire werk, zoals ik dat indertijd heb opgevat. Het gaat daar immers om ‘parlare’, spreken, redeneren, het zorgvuldig kiezen van woorden, argumenteren, met respect voor elkaar. Hanna Arendt, de Duits-Joodse filosofe en politiek denker,  zegt het mooi: “Het aan het licht brengen van het waarheidsgehalte in iedere opinie”. Dit staat natuurlijk lijnrecht tegenover dat waar populistische bewegingen voor staan, omdat zij menen de waarheid in pacht te hebben en alle andere meningen sowieso niet serieus nemen. Harde taal, elkaar flink de waarheid zeggen en kreten zoals “Nu doorpakken”, staan voor een dergelijke politieke cultuur, die weinig met verbinden en je kwetsbaar durven opstellen te maken heeft. De vraag is wat deze tijd, waarin we voor zoveel uitdagingen staan, nationaal, op EU-niveau en internationaal van politici vraagt. 

    Wat mij betreft hebben we nu politici nodig die niet uit zijn op “doorpakken”, niet tot het reduceren van mensen tot economische wezens, tot consumenten, die niet denken in termen van winst en verlies, nee… politiek moet gericht zijn op de zachte krachten, de krachten die verbinden.

    We hebben zachte krachten nodig in de politiek en dat, dames en heren, is niet hetzelfde als soft zijn. Het gaat om het overtuigd, eigentijds en authentiek uitdragen van de eigen politieke boodschap. Dus niet, als politicus je laten leiden door de motifaction-staatjes en de kiezer naar de mond praten, maar het bedrijven van waardengedreven politiek en daarmee de kiezer achter jou aankrijgen, in plaats van andersom.

    In waardengedreven politiek vinden we de antwoorden op de vragen waar populistische partijen, soms terécht, op wijzen. Ik zeg dan ook niet dat we populistische partijen en hun keizers niet serieus moeten nemen, nee ze leggen de vinger soms op de gevoelige plek. Wat niet deugt zijn hun antwoorden. Die zijn niet toekomstgericht en bieden daarom geen enkele oplossing. Hier laten juist confessionele partijen kansen liggen. Als er nu niet gekozen wordt voor waardengedreven politiek zal de verbrokkeling van het politieke veld doorzetten, wat onvermijdelijk leidt tot ondermijning van democratische instituties in ons representatieve democratische bestel.

  1. De media.

    We kennen allemaal de trias politica van Montesquieu. De drie machten in de democratie die staan voor onafhankelijk bestuur op grond van checks and balances. Uitvoerende macht, wetgevende en de rechterlijke macht. Maar er is een vierde macht, die minstens van even grote invloed is, dat is de macht van de media. Media bepalen wat wij, die kranten lezen, TV kijken en op twitter etc. zitten, horen over wat er in de wereld gebeurt en wat we daarvan zouden moeten of kunnen vinden. Dus media spelen een grote rol. In onze vrije samenleving, waar ook de media vrij zijn, ook al is dat de afgelopen jaren minder geworden hebben we onlangs op World Press Freedom Day gehoord, hebben media dus een enorme verantwoordelijkheid. Niet met de hype van de dag meegaan, maar kwaliteitsjournalistiek leveren, betrouwbaar werk. 

  1. De noodzaak van diversiteit.

    Op grond van mijn ervaringen, wonen en werken op verschillende plekken in de wereld is het voor mij duidelijk, dat om de uitdagingen waar we voor staan van een passend antwoord te voorzien, we diversiteit nodig hebben. Of het nu gaat om rechtvaardigheid, duurzaamheid, klimaat of migratie, deze uitdagingen zijn niet vanuit één manier van denken aan te pakken, zoals bijvoorbeeld de manier van de mensen met de 7 vinkjes.

Want hoewel men het vaak niet onder ogen wil komen, is het voor mij glashelder dat doorgaan op de oude weg, business as usual, niet meer kan.

Dat hebben de gevolgen van COVID wereldwijd en de afschuwelijke oorlog die nu raast wel duidelijk gemaakt. De wereld heeft diversiteit nodig en om dat de volle ruimte te kunnen geven, is er dienend leiderschap nodig.

Dat betekent niet dat je maar alles laat gebeuren en duizend bloemen laten bloeien, maar dat je als leider bewust op zoek gaat naar wat verbindt en hoe je dat kunt versterken.

Waarbij het vooral gaat om het geven van een platform aan anderen, en niet aan de leider zelf.

Nou, als we kijken naar het old boys network waar we nu in onze wereld mee te maken hebben, ik noem Bolsonaro, Erdogan, Putin, Xi, dan is het duidelijk dat deze tijd ook vraagt om een ander soort leiderschap. Eén dat met diversiteit kan omgaan.

In zijn onlangs verschenen zeer lezenswaardige boek Waakzaam Burgerschap stelt Ernst Hirsch Ballin dat in een samenleving die al lang niet meer demografisch gesloten en cultureel homogeen genoemd kan worden het óók gaat om het gemis van een gezamenlijke ervaring van geschiedenis en levensperspectieven.

En dat dat niet kan worden gerepareerd door gedwongen assimilatie van minderheden, evenmin door een nationalisme dat slechts voor een deel van de bevolkingsgroepen relevante geschiedenissen idealiseert.

Om onze democratie te versterken is het van belang op geschikte momenten, zoals herdenkingen en op geschikte plekken, zoals musea, ruimte te maken voor een verscheidenheid van historische en persoonlijke ervaringen. Als die een platform krijgen en met ander gedeeld worden kunnen ze de richting wijzen, naar een werkelijk gezamenlijke toekomst.

Dit vraagt iets van ons, als burgers, als samenleving. Ik denk dat wij een tijdperk ingaan, waarin wij meer dan ooit uitgedaagd zullen worden om met verandering om te gaan, ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden, dichtbij huis en verder weg.

Charles Darwin zei het al: Het is niet de sterkste van de soort die overleeft en ook niet de intelligentste. Het is die ene die het best tegen verandering kan.

Leiderschap dat vertrouwen genereert en daarmee in staat is juist in tijden als deze, waarin ons gevraagd wordt met verandering mee te gaan, een weg voorwaarts te wijzen, noem ik feminien leiderschap.

Zelf ben ik verbonden aan de Asian University for Women.

Om vrouwen toegang te geven tot een universitaire opleiding om leiders te worden van hun gemeenschap, land of continent.

Om de leiders te worden die onze wereld nodig heeft.

Feminiene leiders, dat is iets anders dan vrouwelijke leiders…

  1. Wijzelf

    Vandaag vieren we vrijheid en staan we erbij stil dat vrijheid geen vanzelfsprekendheid is. Het is aan ons haar sprekend te maken, haar liefdevol te beschermen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, nu we ons overmand voelen, door negatieve en sombere gevoelens, machteloos staan tegenover het geweld in Oekraïne, onzeker over wat ons te wachten staat. Onzekerheid, ik begon daarmee, COVID en nu Oekraïne. Zeker in dit deel van de wereld zijn mensen onzekerheid niet gewend, hebben mensen geleefd alsof alle risico’s weg te nemen zijn en of het leven maakbaar is. Je kon alles vooruitplannen, dan doe ik dit, dan ga ik op vakantie, in mijn carrière sta over drie jaar daar. Maar toen kwam COVID en viel er helemaal niets meer te plannen. En nu die ellende zo dichtbij in Oekraïne. Velen raken in de put, ik zie en ervaar het in mijn directe omgeving.

“We weten niet wat ons overkomt ”

Maar mijn oproep is nadrukkelijk niet in de put te raken, ons daartegen te verzetten. Juist nu, nu we weer hebben leren leven bij de dag, nu we ons – meer dan lange tijd het geval geweest is –, bewust zijn van onze kwetsbaarheid én onze verbondenheid met wat er elders gebeurt, en ook onze verbondenheid met de natuur, juist nu zouden we ons geroepen moeten voelen die zachte krachten, dat wat mensen verbindt, te benadrukken.

Want juist deze tijd laat ons toch zien, dat wij mensen elkaar nodig hebben.

Zoals u misschien weet ben ik in Suriname geboren en getogen.

Mij wordt vaak gevraagd hoe het komt dat in Suriname diversiteit zo vanzelfsprekend is. Het is immers het enige land ter wereld waar een synagoge en een moskee naast elkaar op een terrein staan en waar de bezoekers van die synagoge en moskee ook nog gebroederlijk en gezusterlijk met elkaar optrekken als dat zo uitkomt.

Dat komt, omdat men in Suriname wist dat men elkaar nodig heeft. Toen de plantage-eigenaren teruggingen naar Europa, nadat ze rijk geworden waren van het werk dat tot slaaf gemaakten uit Afrika en contractarbeiders uit onder meer India, Indonesië en China op hun plantages verricht hadden, toen er geen winst meer te behalen viel en de plantage-eigenaren vertrokken, bleven de bewoners van Suriname, van waar en hoe ze daar ook samenkwamen, achter. Men keek elkaar aan en wist: willen we verder komen, dan zullen we dat samen moeten doen. We hebben elkaar nodig.

Dat besef heeft hier zolang ontbroken.

We konden alles naar eigen hand zetten.

Maar nu weten we beter, COVID en de huidige ontwikkelingen maken dat we er echt de ogen niet meer voor kunnen sluiten, dat ook wij in ons rijke overvloedige land kwetsbaar zijn.

Dat de vrijheid die we vandaag vieren kwetsbaar is en dat onze democratie, niet vanzelfsprekend is. En dat als wij die willen beschermen, we elkaar nodig hebben. Mensen dichtbij en mensen ver weg.

Door vanuit dat besef oprecht de ander te willen leren kennen, kunnen wij, ieder van ons en ieder op de eigen plek en de eigen manier, de zachte krachten terug brengen die nodig zijn, voor een machtig tegengeluid, tegen wantrouwen, tegen uitsluiting, tegen onzekerheid en angst. Door dat te doen, door de zachte krachten toe te laten, maken we vrijheid en democratie, sprekend en pas dan, vanzelfsprekend.

Niet voor niets houdt Henriëtte Roland Holst ons het vertrouwen in de zachte krachten zo stellig voor:

De zachte krachten zullen zeker winnen

in t eind – dit hoor ik als een innig fluisteren

in mij: zoo het zweeg zou alle licht verduisteren

alle warmte zou verstarren van binnen

De machten die de liefde nog omkluisteren

zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,

dan kan de grootste zaligheid beginnen

die w’als onze harten aandachtig luisteren.

Ik wens u en ons allen dit stellige vertrouwen in de zachte krachten toe – en ook de moed, die daarvoor nodig is. Onze wereld, onze planeet en deze tijden vragen het van ons. Dank u

Kathleen Ferrier sprak de Vrijheidslezing uit in de Kloosterkerk in Den Haag, op 5 mei 2022. 

Loading...