Geschiedenis

Los Glaciares National Park ligt in het zuiden van Argentinië, in de regio Patagonië. Het park werd in 1937 opgericht en in 1971 verdeeld in een nationaal park en een natuurreservaat. De naam "Los Glaciares" betekent ‘de gletsjers’ en verwijst naar de vele gletsjers in het gebied. Deze worden gevoed door de Zuid-Patagonische IJskap, de grootste ijskap van Zuid-Amerika, die al duizenden jaren bestaat. Het gebied heeft ook een rijke menselijke geschiedenis. De inheemse Aonikenk (ook bekend als Tehuelche) leefden hier eeuwenlang. Vandaag de dag herinneren plaatsnamen en oude rotstekeningen aan hun aanwezigheid.

Unieke Kenmerken

Het nationaal park Los Glaciares is een prachtig gebied. Het heeft ruwe uitstekende bergen en talloze ijsmeren. Een daarvan is het Argentinomeer dat wel 160 kilometer lang is. Het ijsveld van Los Glaciares is  14.000 vierkante kilometer groot en heeft 47 grote gletsjers. De bekendste is de Perito Moreno-gletsjer. Deze schuift langzaam het meer in, waardoor enorme ijsblokken afbreken en met veel geluid in het water vallen. Het park is enorm groot en beslaat 600.000 hectare. De natuur is afwisselend en je kunt er veel bijzondere planten vinden. Ook leven hier veel wilde dieren, zoals poema’s, de zeldzame andeskat, het bedreigde huemulhert en unieke vogels.