De aanval kostte volgens voorlopige rapporten het leven aan ten minste twee mensen en beschadigde een aantal belangrijke culturele sites, waaronder de Transfiguratiekathedraal, de eerste en belangrijkste orthodoxe kerk in Odessa, gesticht in 1794. Deze daad van vijandigheid komt slechts enkele dagen na andere aanvallen die culturele erfgoedsites troffen in gebieden die worden beschermd door de Werelderfgoedconventie in Lviv en Odessa.

“De schandalige vernietiging markeert een escalatie van geweld tegen het culturele erfgoed van Oekraïne. Ik veroordeelt deze aanvallen ten zeerste en roep Rusland op om te voldoen aan de internationale juridische verplichtingen, die voortvloeien uit het Haags Verdrag van 1954 inzake de bescherming van culturele eigendommen in geval van een gewapend conflict en het Werelderfgoedverdrag van 1972”, aldus Audrey Azoulay, directeur-generaal van Unesco.

Missie

In de komende dagen zal Unesco een missie naar Odessa sturen om een voorlopige beoordeling van de schade uit te voeren en samen met de beheerders van de sites en met de lokale en nationale autoriteiten de hulpbehoefte vast te stellen.

De aanvallen zijn in directe tegenspraak met recente verklaringen van de Russische autoriteiten over de voorzorgsmaatregelen die zijn genomen om werelderfgoedsites in Oekraïne, inclusief hun bufferzones, te sparen. Opzettelijke vernietiging van culturele sites kan gelden als een oorlogsmisdaad, zoals ook erkend door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties – waarvan de Russische Federatie permanent lid is – in Resolutie 2347 uit 2017.