Nederlandse sleutelrol in verbeteren anti-dopingbeleid Unesco

Nederlandse sleutelrol in verbeteren anti-dopingbeleid Unesco

INTERVIEW – Unesco werkt aan de verbetering van de impact van haar beleid om het gebruik van doping in de sportwereld tegen te gaan. Een speciale werkgroep, voorgezeten door de Nederlandse Bram van Houten, is hiervoor in het leven geroepen.

De ‘Unesco Convention against Doping in Sports’ (2005) is geratificeerd door 187 lidstaten en heeft daarmee één van de hoogste ratificatieniveaus van alle Unesco-verdragen. De conventie bindt lidstaten aan de principes die ten grondslag liggen aan de Wereld Anti-Doping Code die is opgesteld door het Wereld Anti-doping Agentschap (Wada). Terwijl Wada een koepelorganisatie is van private internationale en nationale sportorganisaties, zoals FIFA, IOC en het Nederlandse NOC*NSF, brengt het Unesco-Anti-dopingverdrag de overheden van de betrokken lidstaten samen.

Dopingschandalen

Voorzitter van de speciale werkgroep Bram van Houten, senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van VWS: “Anti-dopingbeleid is weer zeer actueel vanwege recente dopingschandalen zoals bij de Olympische winterspelen in Sotsji in 2014. De zwakte van het Unesco-verdrag is echter dat er nauwelijks gevolgen zijn wanneer lidstaten zich niet aan het verdrag houden. Unesco vraagt lidstaten te rapporteren over genomen maatregelen op het gebied van anti-doping, maar er zijn geen echte consequenties wanneer blijkt dat overheden daar slecht in scoren. In de werkgroep ontwikkelen we manieren om het verdrag te verstevigen zodat overheden zich er beter aan zullen houden.”

Richtlijnen en consequenties

De werkgroep is in maart 2018 van start gegaan en werkt aan twee doelen: het opstellen van ‘operational guidelines’ om toepassing van het verdrag in de lidstaten te bevorderen en te ondersteunen, en een serie afspraken over de consequenties wanneer lidstaten zich niet aan het verdrag houden. Van Houten treedt op als onafhankelijk voorzitter om het proces te begeleiden, niet om namens Nederland te onderhandelen. De werkgroep bestaat uit dertig lidstaten en ongeveer tien toehoorders, waaronder WADA en de Raad van Europa. In februari 2019 vinden de laatste werkgroepbijeenkomsten plaats, waarna in de herfst de lidstaten stemmen over het aannemen van de nieuwe richtlijnen. Van Houten: “Ik ben voorzichtig optimistisch dat de voorstellen goed ontvangen zullen worden. Ik ervaar brede steun in de werkgroep voor de ontwikkelingen, maar ik merk ook dat niet alle landen het achterste van hun tong laten zien. Vanwege de actualiteiten en dopingschandalen van de afgelopen jaren realiseren overheden zich wel dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen. Met de instrumenten die de werkgroep ontwikkelt maken we de inspanningen van lidstaten op dit terrein zichtbaar”.

Good Governance

Dat Nederland zich sterk maakt op het gebied van anti-doping via Unesco past in het beleid van VWS-Minister Bruins. Volgens Van Houten sluiten de huidige inspanningen om een goed monitoringsmechanisme te ontwikkelen aan bij het Nederlandse speerpunt van good governance voor multilaterale organisaties als Unesco. Van Houten: “Deze Unesco-conventie biedt kansen voor een mondiale dekking en afstemming van anti-dopingsmaatregelen, en heeft een hoge ratificatiegraad. De volgende stap is toewerken naar een hoge implementatiegraad.”

Image

Bram van Houten is senior beleidsmedewerker bij de Directie Sport van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Namens Nederland heeft hij zitting in de Conference of Parties van de ‘International Convention Against Doping in Sport’. Sinds 2018 is hij onafhankelijk voorzitter van een speciale werkgroep van Unesco-lidstaten om de richtlijnen voor de implementatie van de conventie te verbeteren.

Loading...