Immaterieel erfgoed

Immaterieel erfgoed is levend erfgoed. Je kunt het niet aanraken maar het zit diep geworteld in mensen en draagt bij aan wie ze zijn. Denk aan tradities, rituelen, festiviteiten, en gewoonten die van generatie op generatie worden doorgegeven en die zich door de tijd heen blijven ontwikkelen. 

Immaterieel erfgoed verbindt mensen, het versterkt de culturele identiteit en draagt bij aan gelijkheid en onderling begrip. 

Het internationale UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Erfgoed uit 2003 heeft als doelen om deze vormen van erfgoed te beschermen, het bewustzijn van het belang van immaterieel erfgoed te vergroten en om een internationaal platform voor onderlinge samenwerking te bieden.

Namens Nederland staan vijf vormen van immaterieel erfgoed op de Internationale UNESCO-lijst van het Immaterieel Erfgoed: het ambacht van de molenaar, de corsocultuur, het zomercarnaval in Rotterdam, de valkerij en traditionele bevloeiing van grasland. De laatste twee zijn multinationale inschrijvingen samen met andere landen. Internationaal zijn er bijna 800 erkenningen zoals de Flamenco  in Spanje, de Indonesische Gamelan en de gebruiken rond het maken en eten van couscous in Noord-Afrika. 

Nederland kent ook een inventaris van immaterieel erfgoed zonder UNESCO-status. Daarop staan meer dan 400 vormen van erfgoed, waaronder Koningsdag, Keti Koti, Staphorster stipwerk en fierljeppen. Deze inventaris wordt gemaakt door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.