Mensenrechten tegenover racisme

Mensenrechten tegenover racisme

De recente onrust en protesten naar aanleiding van de dood van George Floyd als gevolg van politiegeweld in de Verenigde Staten geven aanleiding om het structurele probleem van racisme door een mensenrechtenbril te bekijken.

Eigenlijk is racisme het tegenovergestelde van alles waar mensenrechten voor staan. Racisme beoogt de uitsluiting van groepen mensen op grond van hun ras of huidskleur waarvan betoogd wordt dat zij inferieur en minderwaardig zijn. Witte racisten zien zichzelf als superieur ten opzichte van andere groepen. Mensenrechten daarentegen beogen juist de insluiting van mensen, ongeacht hun ras, huidskleur of welke grond dan ook.

Universaliteit

Dit is ook de gedachte die ten grondslag ligt aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het beginsel van universaliteit houdt in dat mensenrechten altijd, voor iedereen en waar dan ook gelden. Dat vindt onder meer zijn uitdrukking in het verbod van discriminatie en het gebod van gelijke behandeling. Racisme beoogt deze uitgangspunten te ondergraven en betekent een aantasting van de menselijke waardigheid.

Het internationale recht inzake de rechten van de mens heeft al sedert de jaren 60 van de vorige eeuw regels en verplichtingen opgesteld om rassendiscriminatie uit te bannen. Deze kwamen tot stand in een tijd van groeiende weerzin en protest tegen het stelsel van apartheid in Zuid-Afrika, maar ook als gevolg van de opkomst van de zwarte burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Verplichtingen voor de overheid, ook de Nederlandse, houden onder meer in actief maatregelen te nemen, zoals wetgeving en beleid, om rassendiscriminatie aan te pakken en te voorkomen. Premier Rutte zei onlangs dat bij het tegen gaan van racisme niet te veel van de overheid mag worden verwacht.

‘Racisme beoogt mensenrechtelijke uitgangspunten te ondergraven en betekent een aantasting van de menselijke waardigheid’
– Fons Coomans –

Voortouw

Daarin heeft hij gelijk; de gehele samenleving is aan zet. Maar de overheid is wel gehouden om niet weg te kijken, racisme te erkennen en te benoemen en samen met de verschillende maatschappelijke partners het voortouw te nemen. Mijns inziens dient daarbij het onderwijs een belangrijke rol te spelen. In de klas kunnen vooroordelen die tot racisme leiden worden besproken en dient begrip, verdraagzaamheid en vriendschap tussen verschillende etnische groepen te worden bevorderd. Dat is ook één van de doelstellingen van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Ik ben van mening dat aan dit aspect van mensenrechten in het onderwijs in Nederland meer aandacht dient te worden besteed.

In dit verband verdient het aanbeveling dat de etnische samenstelling van scholen zoveel mogelijk gemengd is: kinderen van verschillende achtergronden dienen er een plek te krijgen en zich thuis te voelen. Alhoewel de vrijheid van ouders om te kiezen naar welke school zij hun kinderen wensen te sturen een groot goed is, is het zeer gewenst dat ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen worden voorkomen en gemengde worden bevorderd. Ouders, leerkrachten, scholen, gemeenten en de landelijke overheid kunnen op deze wijze actief bijdragen aan het voorkomen van ideeën gebaseerd op uitsluiting van ‘de ander’ bij kinderen en jongeren.

Loading...